Vorige week ging de bel. Een man in iets tussen een maatpak en een overall stond aan de andere kant van mijn voordeur. Weer een verkoper, dacht ik, want tegenwoordig verkopen ze alles. Van een energiecontract tot appels per 10 kilo (wie krijgt dat op?) of gewoonweg je woning. Ja, dat leest u goed: een koppel wilde onlangs onze woning kopen omdat die helemaal aan hun beider eisen voldeed. ‘Ja maar wij wonen hier nog’, zei ik. Ik ben blij dat nog niemand een bod heeft gedaan op mijn vrouw of kinderen. De verkoper kwam mij terechtwijzen op het feit dat onze oprit, die nogal steil naar beneden loopt naar de garage, een nodige beurt moest krijgen.
‘Excuseer meneer, maar ik merkte uw oprit op, die eerder groen is dan grijs’. Awel merci voor uw uitstekend observatievermogen, wilde ik zeggen maar ik zei meewarig: ‘Ja, ik weet het. Dat stond namelijk al lang op mijn to-dolijstje.’ – ‘Als u wilt, ik ben toch bezig bij de buren…’ Ik bedankte hem vriendelijk en gelukkig was hij niet opdringerig en snel weer weg, nadat hij me toch nog van een zachte prijs verzekerd had. Er zijn al zo weinig dingen die ik zelf doe in het huis, ik voel me soms beschaamd. Maar de man had gelijk gehad. Onze oprit was niet om aan te zien. Er lag een groene film over en ik moest toegeven dat ik al enkele keren het gevoel heb gehad dat het kantje boordje was met de bakfiets naar boven te duwen vanuit de garage.
En zo kwam het dat ik gisteren mijn vuile kleren aantrok en de hogedrukreiniger nog eens aansloot. Omdat het lang geleden was, wist ik ook niet meer helemaal of het geluid dat ik hoorde voor normaal kon doorgaan. Zo kwam het dus ook dat dat ding precies niet in gang schoot en ik tijd heb verscheten op het internet om mezelf ervan te vergewissen dat ik het correct had aangesloten. Zo kwam het ook dat mijn zoon mij na een half uur vroeg of ik klaar was, terwijl ik nog niet eens was begonnen, en of ik mee ging schaken, want dat had ik beloofd. Na enkele keren de hogedrukslang te hebben losgekoppeld ter controle van geblokkeerde lucht en de zekering te hebben nagekeken, stelde ik vast dat het al correct was van in het begin. Van time management gesproken.
In de douche concludeerde ik dat ik de volgende keer de vakman misschien toch zijn boterham moet laten verdienen, waarna ik mezelf meteen tegensprak. Nee, ge gaat dat verdomme zelf doen maar op een regelmatige basis, zodat ge niet steeds twijfelt over hoe dat nu weer in elkaar zat. Het is trouwens lévensgevaarlijk voor uw fiets, uzelf én uw garagepoort (die ik meestal al sluit voordat ik met de fiets naar boven rijd) om daar zo lang mee te wachten. Het resultaat is nu, naast het gevoel van schaamte tegenover de buurt, dat ge uw beloftes niet kunt nakomen en u moet spoeden om het eten te maken. Hoewel ik onder de douche stond, waren dat verdorie waterdichte argumenten waar ik niet veel kon tegenin brengen.
Ik moet ervoor zorgen dat die hogedrukreiniger mij niet zo onder druk zet.

Ontdek meer van Lennart Vanstaen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.