Er was eens een fietssleutel. Hij leefde in een bos, samen met
zijn familie. Net als zijn moeder was hij groot geschapen en hij had haar hoekige vorm, wat hij wel een jammerlijke erfelijke factor vond. Zijn vader was rond en kleiner van gestalte. Van hem had hij gelukkig zijn dubbele baard, daar kom je nu eenmaal ver mee in het leven. Hij had ook een kleine zus, die nog niet zoveel verantwoordelijkheid droeg en daarom instond voor de brievenbus. En ook al was het een kleine brievenbus, die men met de nodige kracht kon forceren, toch bewaakte ze persoonlijke brieven en mogelijks belangrijke documenten. Dat vond hij toch niet te onderschatten.

Zijn tweelingbroer en zijn nonkel waren ook fietssleutels, maar
die hadden het toch minder getroffen, vond hij. Zijn nonkel stak moederziel alleen op een damesfiets die bijna niet uit de garage kwam. Maar zijn broer had nog meer pech. Hij was als reservesleutel een saai
leven beschoren en lag in de keukenla, samen met zijn grootouders die het
tuinhuis bewaakten. Maar ook zij werden niet meer gebruikt. Het tuinhuis stond altijd open. Grootvader was ook al erg verroest en was op vervroegd pensioen.

Nu, als je geen sleutel bent, sta je er meestal niet bij stil,
maar het leven van een sleutel kan ook behoorlijk spannend zijn. En
fietssleutel zijn, tja, daar droomt elke sleutel wel van. Reservesleutel daarentegen? Toch had zijn broer helemaal geen probleem met zo’n leven gespeend van actie, integendeel, hij genoot van de rust. De fietssleutel kon dat niet begrijpen. Hoe kon zijn eigen bloedeigen broer tekenen voor zo’n inspiratieloos leven in een schuif? Hij besefte niet wat hij miste! De buitenlucht, de wind in de baard, de snelheid… En bovenal: alle plaatsen die hij nooit zou bezoeken. Alles wat fietssleutel wilde van het leven, vond zijn broer maar niets. Reservesleutel was hem op het lijf geschreven.

Maar op een dag was het zover. Het gebeurt niet zo vaak, maar het gebeurt. Een sleutel die zoek raakt wordt meestal snel teruggevonden, maar af en toe rekent men op… de reservesleutel! Er heerste paniek in het sleutelbos, te meer omdat iedereen wist dat reservesleutel echt niet in de wieg was gelegd voor actie. Eerst had men het vermoeden dat fietssleutel eropuit was getrokken, avontuurlijk als hij was, maar dat zou hij nooit doen, wist zijn zusje. Hij zou ons nooit achterlaten in het bos, hij zou iets gezegd hebben. Want hij was misschien roekeloos van karakter, hij was ook empathisch.

Hun vader was een loper en had snelle benen. Hij zette een zoekactie op poten. Overal waar fietssleutel kon geweest zijn: de school, de garage, de fitnesszaal en alles daartussen. Maar hoe ze ook speurden, ze konden hem nergens vinden. Fietssleutel was verdwenen. Het werd stilaan duidelijk dat zijn tweelingbroer zijn zo dierbare reservestatus zou moeten opgeven, anders kon de fiets nergens heen.

Niet alleen in het sleutelbos was er verontrusting, ook fietssleutel, die niet voor een kleintje vervaard was, kreeg te maken met een acute angstaanval. Hij wist niet waar hij was. Het was er stikdonker met enkel boven hem een streep licht. Hij vergeleek zijn lot met dat van Tantalus, die het heerlijke fruit zag hangen maar er niet bij kon. Hij mocht dan wel een sleutel zijn, hij wist het een en ander over Griekse mythologie. Net terwijl deze gedachte hem een tijdelijk gevoel van hoop gaf, omdat hij besefte dat hij wel zou gemist worden in het bos, viel iets op zijn hoofd en was de streep licht verdwenen.

Het was zijn kleine zus die hem vond. ‘Laat me eens kijken in de
brievenbus’, had zij geopperd, ‘misschien heeft iemand fietssleutel wel teruggebracht.’ Daar lag hij, onder een kaartje met daarop slechts één woord: ‘Gevonden.’

selective photography of skeleton key hanging
Photo by Sergij on Pexels.com

Ontdek meer van Lennart Vanstaen

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Wat denk jij? Of ken je een goeie mop? Reageer!