Het einde van dit jaar was een moeilijke periode voor mij. Vooral sinds november begon mijn lichaam zich vreemd te gedragen. Ik had last van zogenaamde hartoverslagen*. Dan denk je al snel: stress. Oorzaak: werk. Mijn analytische geest draaide op volle toeren maar kon niets vinden of zelfs bedenken: ik geef graag les en had geen problemen op mijn werk. Sinds mijn burn-out ben ik ook voorzichtig met mijn hooivork. Iets anders? De angst voor een medische afwijking waar 0,1 procent van de wereldbevolking mee te kampen krijgt klampte zich aan mij vast als pek. Ik bezocht een paar cardiologen maar na veel vijven en zessen bleek het ‘een zeldzame overslag’ en dus niet ernstig. Maar het ging niet weg.
De osteopaat slaagde er in mijn hart even tot rust te brengen. Echter, zodra ik m’n jas aanschoot begon het opnieuw. Hij vertelde me dat de oorzaak moeilijk te bepalen kan zijn en dat ik moest proberen om innerlijke rust te vinden in dingen die me daarbij helpen. Dat is nogal… breed voor iemand die een pasklare oplossing verwacht. Een emotiecoach heb ik ook geprobeerd en ook daar kwam ik van een kale reis terug. De ’trucjes’ hielpen niet echt. Hoewel ik open sta voor alternatieve geneeskunde en een holistische visie, flirtte zij met zweverigheid. Ze wroette als een naarstige mol in mijn verleden en vond angst. Ze besefte niet dat dat gewoon door mijn aderen loopt, elke dag. En mijn tikker bleef maar aftellen.
Mijn pientere partner in het leven kwam aanzetten met een theorie die wellicht nog verder gezocht is maar waar ik me meer in kon verplaatsen. Exact een jaar voordat mijn hart op hol sloeg, stierf mijn opa in volle coronaperiode. Hij schonk zijn lichaam aan de wetenschap – daar vielen wij niet van achterover – maar buiten een kleine plechtigheid waar ik niet bij was, werd er niets gedaan omwille van de geldende regels. Mijn ouders beloofden dan een ‘uitgestelde’ uitvaart, maar mede omdat mijn opa zelf had aangegeven geen echte dienst te willen, kwam die er niet. Er was wel een klein samenzijn waar we herinneringen ophaalden aan hem, maar dat voelde niet genoeg voor mij.
Hoewel hij voor mij altijd als een ietwat koele en afstandelijke man doorging, vormde zich een ander beeld door het lezen van liefdesbrieven en facebookberichten die ik kreeg van zijn buren. Hij was bij anderen gekend als een romantische, zachte man die iedereen hielp waar hij kon. Ik kon deze mannen niet rijmen. Hij was ook voor geen kleintje vervaard: hij voer over oceanen als kapitein, had een belangrijke functie in de petrochemie en was een vat vol kennis. Hij kon vertellen over Afrikaanse eetcultuur, hoe je de berekeningen moet maken om een zwembad te bouwen en hield alle vogelsoorten uit elkaar.
Zou mijn hart reageren op het afscheid dat ik niet heb gehad? Zonder dat mijn hoofd eraan heeft gedacht? Kan ik dingen aanvoelen op een manier die ik niet kan verklaren? In een vorige blog – die ik schreef vlak voordat hij stierf – werd ik ook zoiets gewaar. Wie is er nu zweverig?
Het is me nooit helemaal helder geweest of we tijdens onze met euforie beladen nieuwjaarswensen een heildronk doen op het komende jaar dan wel terugkijken op wat achter ons ligt. Als nostalgicus hang ik altijd meer aan het verleden dan aan de toekomst. Het is dan ook meestal met een geveinsde glimlach en voorgewend enthousiasme dat ik mijn glas hef op de periode die nog komt. Meer hou ik van stilstaan bij wat geweest is, reflecteren over wat nu voor eeuwig achter ons ligt en welke impact het heeft gehad op dit eigenste moment.
Terwijl ik pompoenwortelkokoscurrysoep maak – wat een woord – luister ik naar muziek. De Vos mompelt dat de nieuwe bazen harde jongens zijn. In afwachting van een bevriend koppel met kroost dat om 16u zal aanbellen, bereid ik me mentaal voor op de avond. Ik vraag vrouwlief om de kinderen nog even uit te laten zodat ik me kan onderdompelen in een kortstondige oase van rust. Een stilte voor de knaldrang. Een gevoel van geluk wurmt zich traag maar zeker door mijn bange lijf. Een lijf dat heeft afgezien de laatste maanden en dat dopamine of endorfine met enige aarzeling toelaat. Ik moet denken aan mijn grootvader. En het enigma dat hij toch was.
Mijn hart heeft zich ondertussen teruggetrokken en vertoont niet meer zoveel stuiptrekkingen, maar ik voel deze laatste dag van het jaar een grote dankbaarheid. Dankbaar dat ik gisteren met een dierbare vriend heb gevideochat, die in Guatemala zijn eigen demonen geselt. Dankbaar dat een andere hartsvriend nu aan mij denkt om nog eens samen ‘op de lappen’ te gaan. Dat ik zo’n prachtige vrouw heb die me door en door begrijpt. Voor mijn unieke kinderen met hun tomeloze fantasie. Ik ben dankbaar voor een vriend die me zo meteen komt bezoeken zodat een introvert als ik oudejaarsavond niet teruggetrokken en weg van vuurwerk in de zetel zal spenderen. Ik verheug me op een hartverwarmend eetmaal. En vooral ben ik dankbaar dat ik een andere kant heb mogen zien van mijn opa, hoewel die kant voor eeuwig in de schaduwzijde zal liggen.
*het is in feite geen overslag maar een ‘latere’ slag waardoor het lijkt alsof er een pauze is zonder slag. Ze heten officieel extrasystolen.

Ontdek meer van Lennart Vanstaen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.