‘Er rijden hier wel veel Tesla’s he papa!’ zei mijn dochter enkele dagen geleden, toen ik haar naar school bracht. Beiden (goed)gemutst, gerugzakt met daarin een appel als tussendoortje, bij haar in stukjes en bij mij in zijn geheel. Haar broer had een virale infectie opgelopen en had een zware nacht gehad. Ondertussen is hij aan de beterhand, maar school, dat mocht nog één dag wachten. Het is ook allemaal nieuw en spannend. ‘Ja, ik heb er ook al enkele gezien’, trad ik haar bij, en wanneer ik deze zin als een warmtewolkje de koude lucht in lanceerde, reden er twee Tesla’s voorbij.

Waarover ik het in een volgende blog uitgebreid zal hebben, is dat vrijwel alles goed geregeld in Stockholm. Maar ondertussen ken ik daarop alvast één uitzondering: de bussen. Bussen komen, ’s morgens althans, heel geregeld. Gemiddeld om de vijf minuten passeert er aan onze halte wel een bus die we kunnen nemen naar Kungsholmen. Maar waar in Antwerpen mensen zich op elkaar drukken in overvolle bussen, desnoods met de neuzen tegen elkaar zodat de lijfgeur of het parfum van de vreemde overgedragen wordt op hun eigen huid, beslist de buschauffeur in Stockholm wanneer zijn bus ‘fullsatt’ is. Ik heb het even opgezocht en het is een relatief nieuwe regel (sinds 2020, coronatijd). Dat het zo is gebleven, verbaast me niets, gezien wij nu ook online lesgeven, wat ook een restant is van deze voor velen vervloekte tijd (behalve in Stockholm kan je nergens anders in Scandinavië Nederlands volgen).

Na twee volle bussen te moeten missen (ze rijden gewoon voorbij, en je ziet dat ze nog niet eens zo vol zijn als een normaal gevulde bus in Antwerpen), stappen we eindelijk op een 54 die halfleeg is. Mijn dochter wil aan het raampje zitten. Ze wil het spelletje van de beginletters doen met dieren, maar wanneer ze niet op een cavia, cheetah, chimpansee of een citroenvlinder kan komen, wat ik haar niet kwalijk neem als zevenjarige, grijp ik in om frustraties voor te zijn. ‘Zeg, als we nu eens de Tesla’s tellen?’ Dat voorstel krijgt veel bijval en al snel zitten we op het einde van de dag aan 36! De volgende dag zaten we aan 53 maar sindsdien hebben we het niet meer gespeeld. De meeste zijn wit, maar we zagen er ook zwarte, blauwe, rode en zelfs enkele bruine.

Ik ben nog niet in Abu-Dhabi geweest (en zal daar waarschijnlijk ook nooit komen), maar ik kan wel concluderen dat, in tegenstelling tot wat je in deze periode zou verwachten met die clown aan het stuur, Stockholm de grootste afnemer is van Tesla’s.

cars on highway at night
Photo by Indra Kumar Howde Kari on Pexels.com


Ontdek meer van Lennart Vanstaen

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

5 Comments

Laat een reactie achter bij SarahReactie annuleren

  • Hej Lennart, leuke stukjes schrijf je over jullie leven in Stockholm!
    Ik wou even reageren op je stukje over bussen en Tesla’s in Stockholm, want
    het feit dat je alleen in Stockholm Nederlands kan leren klopt helaas niet. Bij Folkuniversitet zijn wel degelijk cursussen Nederlands te volgen in verschillende plaatsen. Kijk maar eens bij deze link: https://www.folkuniversitetet.se/kurser-utbildningar/sprak/nederlandska/

    Veel succes nog in Zweden en de groetjes ook aan Sarah!
    Rieneke( vroeger leerkracht Zweeds,nu met pensioen)

    1. O echt? Dat is niet de info die ik heb gekregen. Mij zeiden ze dat het sinds corona zo is dat je nergens meer Nederlands kan leren (vroeger kon dat in Upsala blijkbaar?) Maar goed dat je het onder mijn aandacht brengt! En dank je voor je woorden!

      1. Ondertussen telt zij wel verder en zit ze al aan 93!

  • Leuk stukje, Lennart! Het gaat erom dat je enkel in Stockholm nog een universitaire opleiding Bachelor/Master Nederlands kan volgen. Er zijn wel andere cursussen, bv Folkuniversitetet, maar dat zijn dan enkel taalcursussen.

    1. Dank je voor de opheldering, Sara!