Soms heb ik een teveel aan melancholie, een abundante hoeveelheid zwarte gal die zich volgens Hippocrates in de milt bevond bij de zwartgalligen onder ons. En soms moet dat eruit.
Gisteren fietste ik naar huis door de miezerregen, waarbij het gure weer een katalysator was voor mijn donkere gedachten. Al meer dan een jaar ben ik een ramptoerist die zijn luie zetel zelfs niet hoeft uit te komen, de zwaarte komt via kranten en schermen wel tot bij mij en vormt een niet aflatende stroom aan ellende die op onbewaakte momenten als een screensaver opspringt. In plaats van rond deze tijd dankbaar te zijn voor wat ik heb, denk ik aan wat anderen niet hebben. Het is moeilijk om vrolijk te zijn als je geest magnetisch werkt op slecht nieuws.